Slechts 5,4% bedroeg de opkomst bij de laatste verkiezingen voor studentleden van de medezeggenschap aan de Erasmus Universiteit. Bij hogeschool Fontys stemde bij de laatste verkiezingen maar een kwart van de medewerkers en van de studenten slechts 2%. Eerder dit jaar lieten twee studentenpartijen aan de Universiteit Utrecht weten niet aan de verkiezingen deel te zullen nemen wegens onvoldoende kandidaten. En ASAP – al meer dan 10 jaar een stabiele en aanwezig factor in de studentenraad van de Radboud Universiteit – maakte twee weken geleden bekend zichzelf op te heffen, omdat het niet meer lukt genoeg studenten te vinden die actief willen worden.
De opkomst van studenten in het WO en het HBO is op steeds meer plekken dramatisch laag en gemiddeld weet minder dan een op de drie personeelsleden het (digitale) stemloket nog te vinden. Dit in het geval er überhaupt verkiezingen zijn, wat lang niet meer altijd en overal zo is. Soms is het aantal kandidaten net of niet genoeg is om het aantal beschikbare zetels te vullen.

Informatie en invloed

Ondertussen blijft onze minister van onderwijs en wetenschappen hardnekkig volhouden dat het goed gaat met de medezeggenschap in het hoger onderwijs. Dit mede op basis van een rapport ‘Goed bestuur en medezeggenschap’ van onderzoeksbureau Berenschot en van de medezeggenschapsmonitor 2022. Wij als medezeggenschap zijn hierover verbaasd. Het gaat dus helemaal niet zo goed. Behalve dat beide rapporten die conclusie niet rechtvaardigen, horen en zien wij dagelijks signalen van het tegenovergestelde. Opkomstcijfers bij medezeggenschapsverkiezingen voor studenten lopen al jaren terug en, enkele uitzonderingen daargelaten, ook de opkomstcijfers en kandidaatstellingen bij het personeel geven weinig reden tot optimisme.
Uit het Berenschot rapport blijkt bovendien dat slechts 58% van het personeel en 65% van de studenten enigszins tevreden is over de informatievoorziening aan de medezeggenschap. Aangezien juiste en tijdige informatie als zuurstof is voor een gezond democratisch debat, zou dit in de buurt van de 100% moeten liggen. En volgens de medezeggenschapsmonitor 2022 denkt maar een derde van de geënquêteerden als actief medezeggenschapper enige invloed te hebben. Waarom je al die inspanning getroosten als het zo weinig oplevert?

Bevragen en tegenwicht bieden

Desondanks weet de politiek de medezeggenschap steeds vaker te vinden als het gaat om het controleren, het bevragen en het bieden van tegenwicht aan bestuurders in het hoger onderwijs. Zowel bij de Kwaliteitsafspraken, het Nationaal Programma Onderwijs, de voorgenomen Instellingsaccreditatie en recentelijk het bestuursakkoord over extra middelen voor het hoger onderwijs kreeg de medezeggenschap expliciete bevoegdheden en daarmee ook verantwoordelijkheden. Of wij die volledig kunnen waarmaken, wordt ons niet gevraagd. Herhaaldelijk uitspreken van onze zorg en frustraties geeft de georganiseerde, formele medezeggenschap nauwelijks een voet tussen de deur in Den Haag en al helemaal niet bij het ministerie. Politici in de Tweede Kamer en bestuurders in het onderwijs blijven elkaar de bal toespelen, maar gescoord wordt er bijzonder weinig. Als het zelfs binnen universiteiten en hogescholen nauwelijks meer lukt om democratisch gekozen raden volwaardig te laten functioneren, dan worden toekomstperspectieven wel erg bleek.

Congres over toekomst

Om het tij te kunnen keren organiseren LOVUM en VMH (landelijke verenigingen van medezeggenschapsraden bij respectievelijk universiteiten en hogescholen) op 9 november aanstaande een congres met als thema ‘Toekomst van de Medezeggenschap in het hoger onderwijs’. Wij hopen op veel deelnemers, geanimeerde discussies en nieuwe inzichten en elan. Helaas zonder de minister – die heeft laten weten andere verplichtingen te hebben.

 

Rien Wijnhoven,
Voorzitter LOVUM

Werner Eussen,
Voorzitter VMH

Zie ook het interview met Rien Wijnhoven ‘We zitten in een spiraal naar beneden’